Waarschijnlijk het nummer op de plaat met de meeste ‘hitpotentie’ hoewel ik dat altijd tamelijk dubieus vindt, zeker in tijden dat de hit eigenlijk als fenomeen is uitgestorven.
Here comes the maverick, oh yeah
Here comes the trailblazer!
En Diogenes laat ik ook nog voorbijkomen, en clown-ass world waar deze leonesse
of Zion die geen peon is niet van gediend is.
Here comes the wordphaser!
Ik heb mezelf voorgenomen om langere tijd deze plaat te gaan promoten, want ik neig er naar steeds maar door te scheppen en iets dus 1 keertje onder vrienden te promoten en het daarmee voor gezien te houden. Dat is natuurlijk geen promotie. Mensen zijn sowieso te verdoofd om uberhaupt nog maar nieuwe muziek op prijs te stellen, heb ik zo het idee. Waarom is dat zo? Laat ik de filosofie bij de rest van dit postje betrekken.
Dat is denk ik zo omdat het toxische afweermechanisme dat sociale media in elke persoon heeft gekweekt alles beschouwt als reclame. De doomscroller is gewend nergens ‘in te trappen’ en muziek of poezie is daarop geen uitzondering: ook die zijn gedegradeerd tot ‘teveel informatie’ en zijn geest is erop getraind die buiten te sluiten.
Combineer dat met steeds indringender vormen van (zelf)censuur en je krijgt ook nog eens mensen die niet eens meer likejes of hartjes uitdelen, want dan worden ze in de gaten gehouden.
En Voila, daar heb je de moderne muzikant, die steeds maar zijn plaat poogt promoten aan de eigen vriendenclub, die niet luisteren en nauwelijks hartjes of likes uitdelen, want jij bent reclame.
Ik zag een discussie op televisie op een stomtoevallig aangezette aflevering van Eva met Nina Haanappel en anderen over het verbieden van social media aan mensen onder de achttien, een heel ingewikkelde discussie. Onder het facebookpostje van deze uitzending staat welgeteld één reactie:
Een reactie die als een tang op een varken slaat - maar dat is nu juist frappant hier.
Deze man keek die uitzending niet, hij stuurt een blurb de wereld in, om ze te laten
weten dat hij nog bestaat.
Een soort spam, eigenlijk.
Mensen zetten ook voor sociale media zijn ontstaan nauwelijks nieuwe muziek op. De doorsnee persoon leeft zijn hele leven in de tienertijd en de muziek die daar bij hoorde. De kernformule van zijn wezen is ‘nieuw = vermoeiend’.
Mensen die wél nog de nieuwsgierigheid van de kindertijd wisten behouden zijn tamelijk zeldzaam.
Maar muziek en poezie zijn geen informatie. Zij kunnen juist iets tegen die informatiestroom doen, ze zijn helend.
Maar misschien niet voor iedereen? Zijn sommigen soms te ver heen? Dat zou je wel
denken als je het nieuws bekijkt met de afgrijselijke genocides hier en daar, en de tamme non-verslaggeving daarover in onze media. Israel verloor bijvoorbeeld meer dan 40 tanks in een week, geen krimp daarover in onze media. Sociale media verbieden? Misschien beter eerst eens zorgen voor onafhankelijke media, die niet allemaal in handen van hetzelfde clubje mensen zijn?
Het is ondenkbaar dat een of ander schimmig bedrijfje in elk telefoongesprek dat je doet elke 10 secondes mag adverteren, al luisterend naar je gesprek. Waarom is dat bij telefoongesprekken ondenkbaar, maar bij sociale media niet? Omdat het briefgeheim daar niet meer opgaat? En wie zegt dat precies? Niemand, men doet gewoon alsof en dat wordt dan op den duur een soort gewoonterecht. Een beetje zoals over kwaliteit soebatten bij de rechter in het geval van het Letterenfonds gewoonterecht werd: de kunstpion klaagt over kwaliteit, wij zeggen dat kwaliteit subjectief is, rechtzaak voorbij.
Een uit gewoonterecht geboren script.
In onze informatiemaatschappij worden we overspoeld met prikkels, nieuwsberichten, advertenties en meningen. Het gevolg is dat we ons afschermen, een mentale muur optrekken om niet overweldigd te raken. Maar daarmee sluiten we ook het waardevolle buiten: de kunst, de muziek, de filosofie die juist tot nadenken stemt en ons kan verrijken.
De filosoof Theodor Adorno sprak al over de 'culturele industrie', waarin kunst wordt vercommercialiseerd en tot consumptiegoed wordt gereduceerd. De unieke expressie maakt plaats voor standaardisatie en massaproductie. Dit leidt tot een vervlakking van de cultuur en een passieve houding bij het publiek, dat slechts consumeert zonder echt te ervaren of te reflecteren.
Heidegger sprak over 'verstrooiing' of 'Verfallenheit'—het fenomeen waarbij de mens zich verliest in het alledaagse en het oppervlakkige, en daardoor het contact met het authentieke 'zijn' verliest. In plaats van zichzelf te ontwikkelen en werkelijk te leven, laat hij zich leiden door de massa en de heersende trends.
In "Sein und Zeit" (1927) beschrijft Heidegger hoe het menselijk bestaan, dat hij 'Dasein' noemt, geneigd is om zich te verliezen in dagelijkse bezigheden en sociale conventies. Hij introduceert het concept van 'das Man', wat verwijst naar de anonieme massa die bepaalt hoe we denken en handelen. Heidegger stelt:
"Das Dasein verfehlt sich selbst ständig und verliert sich in das Man."
(Sein und Zeit, §27)
Dit betekent dat het individu zichzelf voortdurend misloopt en zich verliest in de anonimiteit van de massa. In plaats van authentiek te zijn, conformeren we ons aan de verwachtingen en normen van anderen.
Heidegger spreekt ook over 'Alltäglichkeit' (alledaagsheid) en hoe dit leidt tot 'Verfallen' (verval of vervallenheid):
"Das In-der-Welt-sein ist als Verfallen an die Welt bestimmt."
(Sein und Zeit, §38)
Ons 'in-de-wereld-zijn' wordt dus bepaald door het vervallen aan de wereld, aan het oppervlakkige en materiële. Deze verstrooiing resulteert in een toestand van onechtheid of 'Uneigentlichkeit', waarin we niet ons ware zelf zijn maar een versie die is gevormd door externe invloeden. Heidegger benadrukt:
"In der Alltäglichkeit ist das Dasein zunächst und zumeist uneigentlich."
(Sein und Zeit, §43)
De uitdaging ligt in het hervinden van ons authentieke 'zijn' of 'Eigentlichkeit'. Dit vereist een bewuste confrontatie met onszelf en de wereld, en het doorbreken van routines en opgelegde verwachtingen. Heidegger introduceert het concept van 'Entschlossenheit' (beslotenheid of resoluutheid) als de weg naar authenticiteit:
"Die Entschlossenheit erschließt dem Dasein seine eigensten Möglichkeiten."
(Sein und Zeit, §60)
In de context van de moderne samenleving en de invloed van sociale media zijn deze filosofische inzichten bijzonder relevant. Sociale media functioneren als een versterker van 'das Man', waarbij algoritmes en trends bepalen wat we zien, denken en voelen. We raken verstrikt in een constante stroom van informatie die ons afleidt van diepere reflectie en authenticiteit.
Je kunt 'das Man' niet verbieden, dat is de hele ellende. Het is, om het even te parafraseren, alsof je de Matrix zelf zou willen verbieden, een standpunt dat hoogstwaarschijnlijk afkomstig zou zijn van Agent Smith zelf. Het probleem is inherent aan de structuur van onze samenleving en de manier waarop we ons tot de wereld verhouden.
Het 'das Man', zoals Heidegger het beschrijft, is geen extern fenomeen dat we eenvoudig kunnen elimineren; het is een fundamenteel aspect van het menselijk bestaan in de wereld. Het vertegenwoordigt de wijze waarop we ons conformeren aan sociale normen en verwachtingen, waardoor we onze authenticiteit verliezen. In plaats van ons ware zelf te zijn, passen we ons aan aan wat 'men' doet, denkt of zegt.
Agent Smith, als vertegenwoordiger van het systeem, probeert degenen die ontwaken te elimineren om de status quo te handhaven. Evenzo kunnen pogingen om symptomen te verbieden zonder het systeem zelf te begrijpen, leiden tot versterking van het conformisme.
Martinus Benders, 30-10-2024