Op dat ranke steeltje stond het eerste amanitahoedje van het jaar dat we met een neef en nicht van Veer zouden eten. Veer toonde het gedroogde hoedje, en demonstratief nam ik er een hapje van. De gasten keken even verwonderd, maar na wat uitleg volgden ze mijn voorbeeld – zelfs Veer nam een hapje – en al gauw was de helft van de paddenstoel verdwenen.
Elke keer opnieuw vergeet ik wat een geweldige feestpaddenstoel dit is. Er zit een vreemd soort mysterie in dat vergeten. Met slechts een half hoedje stonden we al snel met z’n vieren uitbundig te dansen op mijn zus' platencollectie, luid zingend: HIGH FIDELITY, HIGH HIGH FIDELITY! Vreemd genoeg, hoewel ik zwoer dat het nummer FAME erop moest staan, bleek het nergens te vinden. Ook hoorde ik een koebel in een nummer waar ik zeker van was dat die er nooit in zat, en de anderen bevestigden dit – ook zij hadden die koebel nog nooit gehoord.
Een écht goede amanita herken je meteen: puntgaaf, van een perfecte plek, zoals deze dennenamanita, wat ook echt verschil maakt. Op een gegeven moment zag ik dat Veer met het licht aan was gaan slapen; ook al zoiets merkwaardigs.
Zoals ik ook in mijn boek beschrijf: je moet deze paddenstoel zien als een hypnotische booster. Deze omschrijving vat het effect nog het beste samen. Het verscherpt je zintuigen, verstilt de hersenen, en geeft een onmiskenbare YOU GOT TO FIGHT FOR YOUR RIGHT TO PARTY-vibe. ‘Occupy yourself’ zou een goed motto zijn voor deze paddenstoel.
De laatste dagen werkte ik aan een EP, een reactie op het literaire werk van Marc van der Holst, in het bijzonder het gedicht Mysteryland, waarin een gabber voorbijdrijft en verstrikt raakt in de takken. Dat gedicht, onderdeel van een reeks zelfgepubliceerde boekjes, beschouw ik nog altijd als het beste wat de Nederlandstalige poëzie de laatste twintig jaar voorbij zag komen.
Voor deze EP verzon ik de naam ‘De Houthakkerhakker’ en noemde de plaat Takken. Interessant genoeg, als je het woord ‘takken’ met een ruwe, hakkende intonatie uitspreekt, klinkt het al snel als een demonisch ‘Takke-eind.’ Dát, zeg ik, verdient het predicaat ‘poëtisch.’ Ook een boegie als Mooie Boom kreeg een gabberbehandeling.
Het geeft me vreugde om als bijna-boomer op deze manier een ode aan de bomen te brengen voor de jeugd. Of we straks massaal kale boomknuffelaars zullen zien, weet ik niet – de kunstenaar blijft zelden lang genoeg in zijn project om het resultaat te aanschouwen.
Ik ben namelijk alweer bezig met een videoclip voor dit nummer van JMH (Je Moerhussel) Slushpuppie in een Vaas van je Oma. JMH wordt het volgende volle album waar ik mee kom (na The Sound of Wonty Love ) en met de EP TAKKEN erbij hoop ik zo het jaar af te kunnen sluiten met twee-en-een-half goed album op naam en enkele videoclips:
U groet,
Martinus Benders