Er bestaat een merkwaardige stilte, een witgelakte kloof in de poëtische erfenis van de Westerse wereld. Een stilte die schreeuwt wanneer men de weinige stemmen zoekt die over Fela Kuti hebben geschreven. Fela, de Afrikaanse reus, wiens muziek en verzet als een storm door de wereld raasden, blijft gevangen binnen de lijnen van zwarte poëtische pennen. De literatuur zwijgt, of eerder: de witte literatuur zwijgt. Hoe kan het zijn dat een man van zoveel invloed, die de complexe narratieven van imperialisme, onderdrukking, en vrijheid in elke noot en elke toon verankerde, niet tot het hart van de witte dichter heeft gesproken? Liep door dat hart soms een onoverwinnelijke grens? Een grens die misschien door een kleurschakering werd bepaald?
Ik heb altijd al een gedicht over Fela Kuti willen schrijven. Vandaag kwam het er eindelijk van. Ik probeer de pagina’s in mijn nieuwe bundel op elkaar te laten
reageren:
Dat vind ik een zeer interessante vorm – en het is een vorm die mij eigen is. Geen andere dichter neemt zoveel werk van andere dichters op in zijn eigen bundels. Dat komt doordat de 'psyborgs' ook hier weer de lijnen strak trekken: gedichten van andere dichters horen in een apart boekje, dat noemen ze dan een bloemlezing. Zo heb je twee bundels voor op je cv en twee momenten om prijzen proberen te winnen. Maar zet je die gedichten in hetzelfde boekje, dan, o jee, dat hoort niet. Dat had toch wel bondiger gekund allemaal. Deze dichter werkt aan een eigenzinnig oeuvre, maar moest dat boek echt zo overdreven dik zijn? Enzovoort.
Ik trek me daar weinig van aan. Dit soort kruimelkritiek druist in tegen mijn poetica: ik ben dienstbaar aan de poëzie, ik geef ruimte aan andere dichters, ik laat gedichten op elkaar reageren – en dat doe ik liever niet in aparte bundels. Het idee dat gedichten op elkaar reageren en elkaar versterken, zonder de kunstmatige grens van een "bloemlezing", toont een engagement met poëzie dat verder reikt dan conventies of carrièrematige overwegingen. Het weerspiegelt mijn overtuiging dat poëzie geen opgesloten entiteit is, maar een levend organisme dat voortdurend in beweging en dialoog is.
Ik ben blij dat ik nu een gedicht over Fela Kuti aan mijn oeuvre toe heb kunnen voegen. Fela kan onmogelijk genoeg worden geprezen. Wie onder een kolonistische dictatuur een eigen vrije republiek uitroept, een republiek van de muziek: tegen al het geweld in, tegen de oorlogshitsers, ja, dezelfde hitsers die ook nu weer ons hun koloniale oorlogjes door de maag pogen splitsen - want vergis je niet, zowel Oekraine als Gaza zijn koloniale projecten van het Westen. Miljoenen mensen moesten weer sterven, alleen omdat de wapenhandel de belangrijkste steunpilaar is van een doodziek systeem.
En dat gaat op voor beide Oligarische kanten.
Opnieuw roep ik dus op: Stop alle Oorlog.
Opnieuw roep ik dus op: rot op met je dichtbundelscriptje.
Opnieuw roep ik op: scheer je weg
met je diplomatieke poppenstilte.
En aan de slimmerik die nu tegen gaat werpen dat hoogleraar Geert Buelens ooit in de Yang een gedicht opdroeg aan de combinatie Fela Kuti & Ornette Coleman, in de beste
jazzpoezietraditie: dat klopt, een fragment:
Schoonheid is een raar ding
het is een klipding en een
ringding is het als gegoten
en als een klaploper in galop
De schoonheid als een klaploper in galop is een ‘interessante manier’ om de dansbewegingen van Fela Kuti te omschrijven, dat is zeker.
is het als een moegetergde zwaan
Kopieerdrift, nieuwigheidsverlangen
de elegantie van een passerstel
Deze twee vooraanstaande zwarte muzikanten omschrijven als hebbende de
’elegantie van een passerstel’ is ook al zo’n merkwaardige omschrijving nadat je ze van kopieerdrift hebt beschuldigd.
Poppenstilte is ook al zo’n raar ding. Fela Kuti en Ornette Coleman traden nooit samen op, werden nooit bijeengeveegd behalve door deze witte Hoogleraar, in een merkwaardig denigrerend gedicht.
Gelukkig maar dat Geert meer verstand heeft van dwingende jurycontracten. Ik ben blij dat ik nu een Kutigedicht heb kunnen maken welke niet alleen op Cobra-achtige wijze swingend de poppenstilte durft toe te sissen.
Met vriendelijke groet,
Martijn Benders, 23-092024