Voor de normale man is het perspectief dat je elke dag om een uur of vijf opstaat en dan urenlang aan gedichten werkt en dat dan als een groot voorrecht ziet niet te onderscheiden van krankzinnigheid - de normaalmens kent maar twee motieven
om iets te gaan doen: geld en seks. Wanneer je andere motieven hebt ben je verdacht: zo je al niet in een gesticht thuis zou horen (‘onnavolgbare redenaties!’) ben je toch op zijn minst een door de duivel bezeten schrijver - want wie stopt er nou zoveel moeite in iets als de bekende motieven ontbreken?
Vanmorgen schreef ik de gedichten ‘Porcelein’ en ‘Venetie, Augustus 2024’ en vertaalde ik voorts twee gedichten, een van Berryman en eentje van Auden.
Daarbij kwam ik al skrijvende op deze foto van Auden uit in Venetie, waar hij de premiere bijwoont van The Rake’s Progress - ik krijg plots de ingeving dat te vertalen als
Harkenvooruitgang
Het is een libretto welke Auden schreef voor Stravinzky. Ik citeer eruit in mijn bundel, en vertaal voorts Nee, Plato, Nee in verband met een ander gedicht.
De rechters vinden het genocide, maar wij, politici, vinden iets anders. Dat is een nogal merkwaardig fenomeen, zeker als men in die politiek ook nog eens minderheden vergelijkt met een puist die dient worden uitgeknepen, de term ‘kutmarokkanen’ wordt gebezigd en de Zwarte Lakei voorts komt melden dat het allemaal weer eens geheim dient blijven, en het toneelstuk alweer voorbij is.
Ik vind het meer op een nachtmerrie lijken dan op een rechtstaat. Maar goed, ik ben maar een dichtertje die dagelijks om vijf uur om volstrekt onbegrijpelijke redenen zit te zwoegen aan iets nog onbegrijpelijkers. Waarschijnlijk had ik in een knoflookland moeten worden geboren, want ik heb niet zoveel op met de dienstnosferati die permanent vanuit de macht minderheden provoceren en dat ons als een vorm van volksgericht proberen aan te smeren.
Doorlopen, niets te zien hier…
Ach, en dan schiet me alweer een prachtige titel binnen:
De Spiekbriefjeskoning
Ik heb dus alweer twee boeken in het verschiet: Harkenvooruitgang en De Spiekbriefjeskoning.
Mijn nieuwe bundel wordt echt heel erg goed, zo voelt het voor mij. Ik heb al een tweehonderd pagina’s weten voldichten en vertalen. Ik las dat Wilma de Rek na 3000 jaar de Volkskrant heeft verlaten. Harkenvooruitgang, een nagenoeg perfecte titel.
Gemiste kans misschien dat ik de opera niet ben gaan bekijken in Venetie, nu ja, die draaide helemaal niet, en de premiere was in 1951, twintig jaar voor ik werd geboren.
Politici, altijd verkerend in hun omgekeerde piramide, zullen waarschijnlijk van mening zijn dat 1971 het jaar is waar Benders stierf. Maar dat is onjuist.
Benders stierf niet. Hij keek, hij schreef, hij verzamelde spiekbriefjes en harken.
Koor: Hij keek, hij schreef, hij verzamelde spiekbriefjes en harken.
U groet,
Martinus Benders, 16-11-2024