Het schandaal bij Poetry International
...en de context van onze performance 'lezen is lezen'...
In 1998 ontstond er controverse rond de C. Buddingh'-prijs toen Erik Menkveld, destijds werkzaam bij Poetry International, werd genomineerd voor zijn bundel De karpersimulator. Vanwege zijn betrokkenheid bij de organiserende instantie raakte de prijs in opspraak. Deze gebeurtenis werd destijds besproken in diverse media, waaronder NRC Handelsblad, dat op 15 juni 1998 meldde dat Menkveld de prijs weliswaar was toegekend, maar niet werd uitgereikt vanwege zijn functie bij Poetry International.
Wat een vreemde gang van zaken. Want als iemand min of meer zichzelf nomineerde, dan ga je toch niet zeggen dat ‘de prijs wel wordt toegekend maar niet uitgereikt?’ Wat betekent dat nou in hemelsnaam? Dat Erik Menkveld voor straf omdat hij in de organisatie zat de prijs niet aan zichzelf mocht uitreiken? Dat zal hem leren! Nee, het is wel duidelijk waarom de recensie van gister zoveel kwaad bloed wist zetten: ik verstoorde een whitewashing operatie. De man poogde, na als debutant door een schandaal te zijn beschadigd, wat niet tot gevolg had dat hij opstapte maar dat hij de prijs niet aan zichzelf mocht uitreiken (foei!) - na dat debacle volgden twee slecht besproken bundels, en was het grote dichterspel eigenlijk al uitgespeeld. Er moest dus een een andere weg worden ingeslagen. Eerst maar eens laten zien dat het je wel degelijk om literaire grootheid is te doen. Uitgeverij van Oorschot schrijft zelfs voor het eerst in de geschiedenis een ‘recensiewedstrijd’ voor het boek uit, dus die voelden de bui misschien al hangen. Benders meldt zich uit Istanbul, en de rest is geschiedenis.
De moderne mens is geneigd alles als ‘netwerken’ te benoemen, maar die typische strategie waarin een uitgeverij poogt zoveel mogelijk bestuurlijke stoeltjes onder controle te hebben is natuurlijk eigenlijk geen netwerken maar eerder boerenbedrog en machtsmisbruik. Netwerken doe je niet echt ten koste van anderen, en constant stoeltjes bezetten natuurlijk wel. Netwerken hoef je niet met geheimhouding te verbergen. Dat is namelijk een van de speerpunten van mijn rechtszaak: de anonimiteit heeft niets te maken met een noodzaak voortkomende uit schuimbekkende schrijvers. De anonimiteit is er om belangenverstrengeling te verdoezelen. Mijn bundel Gedichten om te Lezen in het Donker werd door liefst drie mensen van Uitgeverij van Oorschot behandeld. De uitgeverij die ook destijds dus al een loopje nam met de integriteit en de spil was in een van de grootste literaire schandalen deze eeuw. De uitgeverij die ook toen al debutanten inzetten met een enorm agressieve bezettingsstrategie. Was Menkveld dader of slachtoffer? Wie zal het zeggen. Zo’n debutant doet vaak wat hem wordt opgedragen door de baas. Maar na twee slecht ontvangen bundels ook nog zo’n recensie van mij voor de kiezen krijgen zal hard zijn aangekomen.
Toch speelde Menkveld weer een kernrol bij de Buddinghprijs in 2009(1), terwijl hij officieel in 2002 al met die functie was gestopt, zo las ik. Was hij weer even terug om de man te behandelen die zijn literaire comeback had gefrustreerd? Want Menkveld was de presentator die avond, en hij sloeg me toen ik het podium verliet ‘voor de grap’ met de bos bloemen om de oren:
Wat overigens niet op beeld te zien is. Ik had allang door dat ze me een poets poogden bakken, dus besloot een ludieke performance op touw te zetten.
De kritiek is de tragische constante in de snor van de prijs
Is natuurlijk een pastische op de uitspraak van Federico Garcia Lorca over het fascisme. Het nummer een pastische op Live is Live van Opus:
Wat op zijn beurt door Laibach werd gepersifleerd:
Jurylid Wim Brands (Uitgeverij van Oorschot) zat zij aan zij met Janita Monna (Trouw)
en Erik Menkveld (Uitgeverij van Oorschot) op de eerste rij de performance zwijgend aan te kijken. Daarna ging hij het podium op en verklaarde met een rood aangelopen hoofd dat Mischa Andriessen (Trouw) de gedoodverfde winnaar was.
We hadden de performance niet echt kunnen oefenen. Ik had het allemaal maar snel op een bierviltje gekrast, ik was uit Istanboel komen vliegen, grootste literatuur of performance was dit natuurlijk niet, maar het was ludiek en toch ietwat memorabel.
Dat lag ook goeddeels aan Barts koelbloedig waterdrinkkunstje.
Maar in 1998 werd de prijs dus voor straf niet uitgereikt. Dat moet toch wel een ontmoedigend effect hebben gehad op de andere genomineerden, destijds. Een ervan was bijvoorbeeld de vlaming Miguel Declercq. Die is na 2001 nog maar eenmaal met een dichtbundel gekomen, in vierentwintig jaar tijd. Niet zo gek als de autoriteiten
zo opzichtelijk een scheve stoeltjesdans opvoeren. Echt goede gedichten schrijven is al lastig genoeg als er geen corruptie in het spel is.
Komrij verwijst, – in ‘De 21ste eeuw in 185 gedichten’ – naar de bloemlezing ‘Met andere woorden. Jonge dichters uit noord en zuid’ uit 1960. Daar stonden dichters in – hij noemt er een aantal waaronder Declercq bij naam – van wie al snel niets meer vernomen werd. ‘Ze lopen vast nog ergens rond in de Kalahariwoestijn’, voegt hij er fijntjes aan toe.
De andere genomineerden destijds waren Frans Kuipers met Wolkenjagen en Peter Theunynck met Berichten van de Pan American Airlines & Co
Frans Kuipers schrijft nog twee bundels en houdt het ook voor gezien. Zijn laatste werk werd gepubliceerd in 2003. Komrij beschouwde hem als een van de grootste dichters, maar dan toch een dichter die daarna tamelijk spoedig mee ophield. Nee, Peter Theunynck is de enige die na deze debutantenprijs echt door bleef schrijven - en dat is naar mijn inschatting de minste dichter van de drie, helaas. (2)
En zo, waarde lezer, kunnen we constateren dat deze ‘aanmoedigingsprijs’ vaak een merkwaardig keerpunt blijkt. Hoe gemakkelijk keert zij zich tegen haar doel en verandert de prijs in een ontmoedigingsprijs. Hoe vaak klinkt er in de aanmoediging zelf een echo van afwijzing, van miskenning en van het stille besef dat het literaire veld niet altijd gedijt in eerlijkheid. Als dichters al worstelen om hun innerlijke stemmen vast te houden, wat doet het dan met hen wanneer een semi-officiële wereld meedeelt dat de stoelen al bezet zijn, dat de poëzie een spel is dat in besloten kring wordt gespeeld?
Martijn Benders, 02-11-2024
(1) Ik herinner me dat bij mijn aankomst in Poetry International om 16.00 vanaf Schiphol ik naar binnen liep en dat men daar zat te vergaderen met een klein groepje waar ook Menkveld deel van uitmaakte. Hij leek dus meer dan enkel een avondpresentator - ik wou toegang tot het hotel vragen, omdat ik die nacht slecht had geslapen en eerst nog een paar uurtjes wou rusten voor de boel begon. Een aardige vrouw wiens naam ik ben vergeten heeft me toen naar het hotel gelopen om de hoek, en vertelde me dat ze niets van de keuze begreep, dat ze mijn bundel veel beter had gevonden.
(2) Niet dat ik dat met stelligheid zou durven beweren - daar zou ik eerst het oeuvre van de man grondig voor moeten lezen.